maandag 17 oktober 2011

Muze op Maandag: Rome's grootste dichter

De dichter tussen een leesplank en een boekenkist met papyrusrollen
(afbeelding uit een vijfde-eeuws manuscript Vergilius Vaticanus)
Afgelopen zaterdag was het de geboortedag van de grootste dichter die de Romeinse oudheid heeft voortgebracht: Publius Vergilius Maro. Muze op Maandag verdiept zich in het leven van deze epische dichter.

Een popsterrenstatus: dat genoot Vergilius tijdens zijn leven. Een populariteit waar Vergilius, verlegen, maar moeilijk mee om kon gaan. En populair zou Vergilius blijven, tot op de dag van vandaag. Het werk van Vergilius kent een enorme receptie door de eeuwen heen tot aan onze tijd. Een populariteit die nu al meer dan tweeduizend jaar voortduurt.

Vergilius werd geboren op 15 oktober 70 v. Chr. in het Noord-Italiaanse Andes, een dorpje nabij Mantua. Zijn vader was landbouwer en grondbezitter. Vergilius ging naar school in Milaan en daarna in Rome en wijdde zich in de jaren veertig aan epicureïsche filosofie in Napels.

Rond 40 v. Chr. wordt Vergilius opgenomen in de vriendenkring van staatsman Asinius Pollio die hem ook financieel ondersteunt nadat Vergilius' vader zijn land door landonteigening was kwijtgeraakt. Een aantal jaar later maakt Vergilius kennis met Maecenas die hem in contact brengt met Octavianus en die hem gedurende zijn leven zal onderhouden. Op 21 september 19 v. Chr. overlijdt Vergilius, tijdens zijn reis door Griekenland en Klein-Azië als gevolg van een ziekte. Op zijn sterfbed componeerde Vergilius zijn eigen grafschrift:
Mantua heeft me gebaard, Brindisi gedood, en in Napels
lig ik; en ik bezong herders en landbouw en strijd.
Drie werken zijn er overgeleverd van Vergilius. Het oudste werk is de Bucolica, herdersgedichten ('herders') uit omstreeks 39 v. Chr. waarvan de vierde Ecloga de beroemdste is. Daarna publiceerde Vergilius in 30 of 29 v. Chr. de Georgica, een leerdicht over het boerenbedrijf ('landbouw') in vier boeken. Zijn bekendste werk is Aeneïs, een epos over de terugtocht van Aeneas uit Troje en de stichting van het uiteindelijke Romeinse Rijk, in twaalf boeken ('strijd'). Daarnaast is er nog de Appendix Vergiliana, een collectie gedichten die aan Vergilius worden toegeschreven, maar waarvan de echtheid in twijfel wordt getrokken.

Hieronder een aandoenlijk fragment uit de Aeneïs (Aeneas bezoekt zijn vader in de onderwereld):
'Vader', zei hij, 'de droeve gedachte aan U, die dikwijls
mijn geest beheerste, heeft mij naar deze verblijfplaats gedreven.
De vloot ligt voor anker in de zee van Etrurië. Vader, reik mij,
reik mij Uw handen, onttrek U niet aan onze omhelzing.'
Bij deze woorden vloeiden de tranen over zijn wangen.
Driemaal heeft hij getracht hem in zijn armen te sluiten,
driemaal vergeefs; de schim gleed weg uit de greep van zijn handen
als een gevleugeld droombeeld of lichte zucht van een windvlaag.
(Vergilius, Aeneïs, 4, 695 - 702; vertaling: P. Schrijvers (1996))

Meer weten?
- Vergil Project, met (Latijnse) tekst, commentaar en vertalingen van de Aeneïs
- nawerking van Vergilius
- teksten van de werken van Vergilius (Perseus en The Latin Library)

0 reacties: